Verslaving als geschenk » Blog Archive » verslaving: blijft het een levenslange angst….?

verslaving: blijft het een levenslange angst….?

Posted by Dees on maart 02, 2010
Geen rubriek

Werkgroep Buitenveldert: maandag 1.3 2010, AJ Ernststraat 112, Amsterdam, 9 deelnemers.

Opening bijeenkomst om 20 uur en, conform de eerder gemaakte afspraak, toedeling van de functies van gespreksleider en rapporteur aan twee verschillende deelnemers.

Bij het zoeken naar het gespreksonderwerp doet A het volgende voorstel:
‘ik loop nog niet zo lang mee; ik leer hier praten in de ‘ik’ vorm – maar er blijven nog een heleboel onderwerpen en vragen liggen waar ik niet zomaar een antwoord op kan vinden; en dan gaat ‘t wel over voor mij essentieele zaken; tenminste dat geloof ik; daarbij denk ik dan over bijvoorbeeld de definitie van ‘alcoholisme’; maar ook over de vraag hoe ik daar tegen aan kan kijken; want is het nou een ziekte, dus ben ik ziek en is dat dan te genezen? – of heb ik een gebrek dan wel een handicap? – maakt dat trouwens wat uit en zo ja, wat dan wel?

Besloten wordt deze gehele kluster van vragen en veronderstellingen als onderwerp te kiezen voor het groepsgesprek van deze avond in zoverre dat eenieder daarover voor zichzelf zijn of haar gedachten kan laten gaan.

De gespreksronde.

B: ik moet nu wel opeens denken aan onze gedragsregels, waarin onder meer staat: we geven elkaar geen advies – maar ook aan een stuk van de Zeestraat (kliniek in Den Haag) – dat ging over ‘Ticqs’ en behandelde onder meer de wijze waarop bepaalde eigenschappen, dwz stoffen zich ontwikkelen onder invloed van alcohol – dan gaat het bijvoorbeeld over de betrokken processen in de hersens – over de verandering van de chemische samenstelling die niet meer verdwijnt, waardoor het later niet meer mogelijk is om alcohol te drinken…. als dat allemaal zo is, dan zou alcohol dus voor de betrokkenen niet minder dan objectief giftig zijn……

C: ik ervaar ‘t in dezelfde richting, incl. de erfelijkheid – opvallend vind ik dat juist de sterke natuurvolken – indianen en eskimo’s – extra gevoelig zijn voor alcohol – zij ondervinden immers een verwoestende werking – ik noem daarbij met name Ysland, Groenland en Siberie – daar zijn hele volkeren nagenoeg uitgeroeid door alcohol – bij ons is het maar een relatief kleine groep die eraan bezwijkt – bij de natuurvolken is sprake van extra kwetsbaarheid. Ook een invalshoek is de vraag: hoe ga je er dan mee om – wat is de factor die je anders maakt dan anderen, waardoor de een gevoeliger is voor verslaving in ‘t algemeen – wat is de ‘gemene’ deler – aanleg? – ‘t overkomt mij, een ander niet – – –

D: het verhaal over de indianen is heel gepast – ik ben ‘t als een ziekte gaan zien – die kan me soms opeens overvallen – laatst nog in een café – een paar borreltjes naast me: opeens schrok ik enorm – vooral ook omdat ik daar nou net lange tijd geen last van heb gehad en nu weer wel dus – ik vermijd ‘t nu – kwel me er zelf niet meer mee – maar ‘t is wel zo – blijf nu maar weer lekker thuis…

E: als ik verhalen hoor over de manier waarop andere volkeren te gronde zijn gericht door de invloed van ‘de blanke mens’, dan voel ik daarbij hoogstens een soort plaatsvervangende schaamte, maar zeker geen verklaring of excuus voor mijn eigen verslaafd gedrag van eertijds. We zien op tv nu immers haast iedere week, aan de hand van de reis van de Beagle, wat een ellende op de mooiste plekken ter wereld door ‘de blanken’ wordt veroorzaakt. En dat geeft geen enkele aanleiding om trots te zijn. En natuurlijk hoort daarbij de schade door de drank. Maar dat staat allemaal wel volstrekt los van onze eigen verslavingsproblematiek, hier in ons eigen leefgebied en onze eigen hulpkaders.

F: ik las eens een verhaal over geuren, die blijven hangen / en de associaties door koekjes – herinneringen – verzetshelden die kruisjes kregen – heb hier geleerd te spreken in het hier en nu – mijn kleinkinderen praten altijd in het hier en nu – ik denk dan zelf ‘had ik dat ook maar meer’ – maar nu heb ik wel meer vrijheid om m’n eigen tijd in te delen – heb dat voor mezelf uit elkaar gehaald, namelijk bedoeld is te leren in het hier en nu – geen zorgen omtrent de langere termijn – bekendste thema’s: hoge verwachtingen tav verjaardagen – bijvoorbeeld de spanningen – of alcoholisme een ziekte is of niet – ik weet ‘t niet – heeft veel te maken met de tijdgeest – soms was iemand pas tevreden als ie per dag 50 mensen had omgelegd – vraag me ook af waarom ik iets anders ben gaan doen – volgens mij is alles een grote stoeipartij, die ik geen naam wil geven – in de kliniek in Den Haag was er het kliniek-spel : ‘ik hou van….’ en dan moest je antwoorden: ‘ik ben een alcoholist…’ – anderen konden het niet over hun lippen krijgen – in Monster werd daar ook mee gestart: ‘ik ben …., en ik ben alcoholist’ – dat riep bij mij weerzin op en geen herkenning – het hele begrippenspel spreekt mij niet aan en daar ben ik ook niet nieuwsgierig naar….

G: ik weet er niets van – m’n tweeling-zus zei: ik heb moeite met het woord ‘ziekte’ en dat begrijp ik; ik heb ‘t mezelf aangedaan – heel bewust – ben in ‘t kamertje gaan zitten slobberen vanuit m’n depressiviteit – net als m’n zus zijn we genetisch bepaald – daar ben ik ook achtergekomen door de vergelijking – we zoeken precies de andere kant op – van nature zet ik me af – bij de een zus – bij de ander zo – ‘gebrek?’ – geloof er niks van – een chronische aandoening wordt ‘t vanzelf plus de invloed van de maatschappij – ik weet dus weinig, maar heb absoluut veel aan de vergelijking met mijn zusje – dat is andere koek dan die van dr. Olivier, die zegt dat ‘t een ziekte is – lekker simpel – voor mij is ‘t beter: gewoon negeren…..

H: ‘t gaat mij om het nu: ik heb veel leermeesters bezocht – en allen zeggen:alles wat je doet gaat over ‘t hier en nu: zorgen over verleden of toekomst gaan ook steeds over ‘t nu – we projecteren dus de toekomst in ‘t nu – kinderen kunnen eigenlijk dus ook alleen maar denken in ‘t ‘nu’. Daarnaast blijkt uit onderzoek en studies dat ook alle verslavingen dezelfde hersengebieden betreffen – die raken daarbij dan helemaal in de war – angst is het gevolg – het zou ook een allergie kunnen zijn – ik heb het vooral ook ervaren als totale onderdrukking van het risico – durfde tenslotte ook niet meer op straat te lopen – of ‘lekker’ kapot te gaan….

I: ik vind ‘t wel een ziekte, maar wil me daar niet achter verschuilen – als ik stop met antabus, kan ik vijf dagen later weer drinken – een vriend van mij heeft suikerziekte – moet zijn dieet volgen op straffe van het einde = vergelijkbaar met mijn verslaving – mijn broertje heeft kanker – long – is uitbehandeld – we bellen elkaar – per dag leven – geen zorgen – wel oppassen: niet teveel afspraken maken – ben wel blij: vrij te zijn – een huisje te bouwen – hoef niet meer naar de slijter – blij ook dat ik ‘open’ ben – ik skypte met kerstmis een oude vriend – maakte een afspraak – de suggestie ‘wijn’ spookte door me heen – mijn vriend nam niks….

J: ik heb heel nieuwe dingen gehoord – interessant – het ‘talige’aspect confronteert, dus door taal kan je jezelf extra belasten resp. in een hoek zetten – een stigma opleggen – misschien is het beter te praten in de vorm van ‘handicap’ of afwijking, want als je ‘t niet doet, heb je er geen last van …. en daarmee ben ik weer geholpen!

A wordt bedankt voor het onderwerp, een ieder wordt verzocht de groepsklomp te verwennen en de bijeenkomst wordt gesloten om 21.15 uur.

Amsterdam, 2 maart 2010.

No comments yet.

Leave a comment

WP_Big_City

Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.